De kapelaan
In het vorige deel (Het pastoorke) waren we al volop de zolder van ons pas gekochte huis aan het opruimen. Dankzij de liefdesbrieven aan het pastoorke namen we een pauze. Ik kan mij voorstellen dat je nu denkt dat het verhaal tot nu toe nog niet het bewijs is dat de kerk hypocriet is. Hooguit een vertegenwoordiger van die kerk, het pastoorke. Maar ons opruimen was nog niet gedaan, het strafste is voor deze blog.
Tussen de oude boeken die op zolder lagen vonden we nu een gesloten map. In die map, ja je raad het goed, brieven. Maar deze keer geen liefdesbrieven. En ook niet alleen brieven, er zaten ook kaartjes, foto’s en krantenartikelen in. Al snel, ook al was het deze keer in het frans te doen, werd duidelijk dat het een heel dossier is. Ik zal proberen het hele verhaal hier chronologisch weer te geven. Alles hieronder heb ik gehaald uit de (tientallen) brieven van dat dossier.
Nu gaan we naar begin jaren 60. Het pastoorke (nu nog kapelaan) heeft op paasmaandag de schoonheid van de poetsvrouw niet kunnen weerstaan en bedrijft de liefde in de sacristie. De poetsvrouw die in dezelfde straat woont is getrouwd, maar haar man zit in het gevang (niet in een rolstoel deze keer). Iets later (hoeveel later kan ik niet echt opmaken uit de brieven) verteld ze de kapelaan, na de mis, dat ze zwanger is en dat hij alleen de vader kan zijn (aja want hare vent zat achter slot en grendel). Hij (de kapelaan) wil geen contact meer en ontkend alles. In verschillende brieven lees ik dat ze hem meerdere keren heeft proberen te bellen of ontmoeten, maar nooit krijgt ze gehoor. In bijna alle brieven vraagt ze hulp, financiële hulp. In een brief van de eerwaarde heer aan zijn advocaat (hij heeft een advocaat onder de armen genomen) lees ik dat het hem allemaal te lang duurt en dat hij geen toestemming aan zijn meerdere heeft gevraagd om een rechtszaak te beginnen. Hij vraagt dan ook discreet te zijn. Ook zegt hij dat er duidelijk andere redenen zijn.
In een brief van het bisdom krijgen we te lezen dat ze niet in zijn plaats kunnen beslissen of hij dat kind moet erkennen. Indien hij blijft ontkennen, is er geen probleem en kan hij geestelijke blijven.
Het is duidelijk dat hij schrik begint te krijgen, want in het dossier steken een paar krantenartikelen met als titel: “de plicht tot levensonderhoud” en een ander “het onderhoudsgeld”.
De poetsvrouw daagt hem voor het gerecht. Haar man wil het kind of niet erkennen, maar ze rekenen op steun van de kapelaan. In een brief van het bisdom krijgen we te lezen dat ze niet in zijn plaats kunnen beslissen of hij dat kind moet erkennen. Indien hij blijft ontkennen, is er geen probleem en kan hij geestelijke blijven. Wat later blijkt de poetsvrouw de rechtszaak stopgezet te hebben. Dan dreigt ze om heel de zaak publiekelijk te maken als hij niet ingaat op haar voorstel, stoppen als kapelaan en met haar weg gaan.
Daarna krijgt hij nog enkele brieven en kaarten met een update van “hun” kind. Er zitten zelfs enkele foto’s bij en een geboortekaartje waarop ze de geboorte van zijn kind aan kondigen.
Hij zal nergens op reageren, de zaak is voor hem gesloten. De poestvrouw kon niet bij hem in de straat blijven wonen en is moeten verhuizen, waar ze hem ook tevergeefs geld voor vraagt. Uiteindelijk kan de kapelaan, priester worden in een ander bisdom. Uit het oog is uit het hart zeker 😊.
Nog een laatste brief is een veel later gedateerd en komt van “zijn” dochter (dan een twintiger). Ze vraagt erin waarom ze deur tegen haar neus kreeg toen ze hem kwam opzoeken. Ook zij vraagt zijn (financiële) hulp om te kunnen trouwen en kinderen te krijgen.
Ik denk dat jullie wel begrijpen dat wij (mijn vrouw en ik) sindsdien niet veel geloof meer hechten in het instituut, de kerk.